Ruim 200 daarvan moet worden verplaatst, omdat ze anders in de knel komen met het ontwerp van de snelweg. Vanuit Rijkswaterstaat is Talitha Spuij betrokken bij de voorbereidende werkzaamheden aan de kabels en leidingen. Zij is adviseur omgeving/conditionering bij Rijkswaterstaat. Onder conditionering valt alles wat zich in en onder de grond bevindt. Zo werkt Talitha samen met haar collega’s bijvoorbeeld ook aan bodemonderzoeken en archeologische onderzoeken.

Honderden kabels en leidingen

‘Inmiddels hebben we in kaart gebracht waar kabels en leidingen liggen’, vertelt Talitha. En dat zijn er veel. ‘Het gaat echt om honderden kabels en leidingen. Het ligt hier echt ontzettend vol. Vooral met datakabels, maar je vindt hier ook hoog- , midden- en laagspanningskabels, gasleidingen, waterleidingen en een grote persleiding voor het riool.’

Rijkswaterstaat weet inmiddels ook al welke kabels en leidingen verlegd moeten worden, bijvoorbeeld omdat er op die plek gegraven gaat worden, er voorbelasting (zand) wordt neergelegd of omdat een constructie van een viaduct te zwaar op kabels gaat drukken. Talitha: ‘We hebben een verdeling gemaakt tussen kabels en leidingen die nu verlegd moeten worden en kabels en leidingen die de aannemer over een paar jaar zelf kan verleggen als er aan de snelweg wordt gewerkt. Veel datakabels vallen bijvoorbeeld in die laatste categorie. Die kunnen makkelijk met een kleine aanpassing verlegd worden.

Netbeheerder maakt passend ontwerp

Kabels en leidingen die nu al verplaatst moeten worden, vallen onder de verantwoordelijkheid van de netbeheerder (de beheerder van de kabel of leiding). Talitha legt uit hoe dat proces gaat: Het verleggen duurt soms een behoorlijke periode. ‘Vanaf het eerste gesprek met de netbeheerder kan het wel 5 jaar duren’, weet Talitha. ‘Wij leggen contact, vertellen wat we willen gaan doen, constateren gezamenlijk het knelpunt en daarna sturen we de beheerders een verzoek tot aanpassing. Het is vervolgens aan hen om een passend verleggingsontwerp te maken. Maar omdat wij het ontwerp van de snelweg goed kennen, denken we actief mee. Zo proberen we samen tot overeenstemming te komen.’

Proefsleuven

Om het werk buiten goed uit te kunnen voeren is het belangrijk dat zowel Rijkswaterstaat als de netbeheerders de exacte locatie van de kabels en leidingen weten. De lengte- en breedtegraad van de kabels en leidingen kunnen we opvragen bij het Kadaster, vertelt Talitha. Maar we moeten ook weten hoe diep de kabel ligt. Om dat te onderzoeken worden er nu al proefsleuven gegraven. Talitha: ‘Een graafmachine maakt dan op een aantal locaties een gat in de grond, zodat de exacte locatie van de kabels kan worden ingemeten.’

Nauwelijks overlast

Je ziet nu dus al werkzaamheden buiten. ‘Die vinden 9 van de 10 keer plaats in de berm van de snelweg, dus het zorgt niet gauw voor overlast. Maar als er bijvoorbeeld proefsleuven rondom kruisingen worden gegraven, dan kan het weleens zo zijn dat een fietspad een paar uur afgesloten is. Uiteraard geven we dat dan met bebording aan zodat fietsers tijdelijk een andere route kunnen nemen.’